Vaak uit het niets ontstaat er bij ons thuis een sliert van rotzooi. Kamers die ’s morgens nog zijn opgeruimd en gelucht, zijn aan het einde van de middag soms al niet meer te herkennen.
Nu is dat voor onze 3 jarige zoon eerder regel dan uitzondering, maar ik betrap vooral mezelf op het regelmatig laten slingeren van spullen die ik even niet gebruik. Ergens in een hoekje laten of op een stapel die sowieso nog opgeruimd moet worden. Misschien herken je het.
Wil ik “normaal” functioneren is het helaas nodig om mijn omgeving steevast te ordenen. Een vaste plek voor spullen hoeft niet, maar enige structuur in de chaos houdt mijn gemoed op peil. Om de dagelijkse, gezonde rommel het hoofd te bieden, brengen kasten mij de oplossing. Als je iets even niet nodig hebt, niet op de stapel maar in een “opberg-ruimte”.
Tegenwoordig zie je veel systeemkasten en opbergwanden, module-oplossingen met gesloten deuren, zodat alles veilig uit het zicht is. Vaak zijn dit redelijk grote en logge oplossingen, die letterlijk aan een hele muur hangen en je kamer uit balans kunnen brengen. Bovendien ligt hier voor ons weer de uitdaging om die kasten zelf niet tot een uitdragerij te laten worden. Erin gooien en snel de kastdeur dicht…
Open kasten
Persoonlijk vind ik open kasten op dunne pootjes – met lucht onder de kast – het meest prettig. Mooi in zijn omgeving en luchtig vanwege het toegepaste glas met zichtbare inhoud! Zo krijgt een kast een extra decoratieve functie, is de kamer opgeruimd en blijft het bínnen de kast ook op orde – een uitdaging die ik thuis steeds weer aanga.
No Comments